'Lieve mensen in Abcoude'
31 mei 2017Interview met Bassam & Lousin, vrijwilligers op de vroege ochtend
Bassam en Lousin zijn een bijzonder stel; geen doorsnee Abcouds hockeygezin. En toch zijn ze elke zaterdag op de club te vinden. Waar komen ze vandaan, wat doen ze op de club, waar hebben ze behoefte aan, hieronder valt hun geschiedenis en droom te lezen.
Op een dag in 2012 valt er een bom op het huis van Bassam, Lousin en hun kinderen Michel (nu 17 jaar) en Joel (nu 14 jaar) in Aleppo, Syrië. Al hun bezittingen zijn kapot. Vervolgens wonen ze bij beide opa's en oma's een jaar in huis. Na twee jaar vluchten ze naar Libanon en Turkije. Vanaf daar gaan ze per boot naar Griekenland. Een boot met ongeveer 17 personen.
Terwijl Bassam en Lousin dit in zo goed mogelijk Nederlands vertellen, kan je je niet voorstellen dat deze mensen een verhaal dat we allemaal van de televisie zo goed kennen, hebben meegemaakt.
Ze vertellen verder: Michel is alvast naar Nederland gegaan, naar Almelo. De rest van het gezin volgt later naar Ter Apel. Sinds 18 november 2015 wonen ze in Abcoude. Een huis krijg je toegewezen. Vervolgens word je begeleid door een maatschappelijk begeleider van Vluchtelingenwerk. In het geval van Bassam en Louisin is dat Gita Guggenheim. Via Gideon Guggenheim komen ze bij de hockeyclub terecht.
Wat doen jullie voor de hockeyclub en hoe bevalt dat?
Bassam: ‘Ik werk sinds april ‘16 op zaterdagochtend vanaf 7.30 uur op de velden om deze schoon te maken. Blad weghalen, prullenbakken legen enz. Ik heb heel vaak de grasmaaier gerepareerd maar deze is nu nieuw, dus ik hoef niet meer te repareren. Als ik hulp krijg van iemand dan zijn we rond 9.30 uur klaar. Als er geen hulp is (en dat gebeurt nog wel eens, begrijpt de interviewster) dan moet ik langer doorgaan.’
Lousin: ‘ik help, sinds september 2016 Melanie in de keuken met het maken van broodjes. Dat is leuk want dat is lekker druk.’
Zeggen de mensen van de hockeyclub wel iets tegen jullie?
Ze zijn het roerend met elkaar eens: ‘Mensen in Abcoude zijn heel lief’ en ja ‘ze zeggen wel eens iets’. Het blijkt dat Marnix en Melanie (hun clubbegeleiders) degene zijn die ze het meest echt ‘spreken’. Het stel gaat 3 keer per week 3 uur op taalles in Amsterdam en krijgt 2 keer 1 uur een taalcoach thuis; dat gaat echt om conversatie.
Wat kan de club voor jullie doen?
Nederlands is een erg moeilijke taal; dat komt steeds terug in het gesprek. Beide zeggen: ‘wij zouden graag meer met mensen praten, echt kennismaken. In Abcoude wonen in totaal 9 Syrische gezinnen maar dan praten we geen Nederlands.’
Wat doen jullie in de tijd dat jullie niet naar school gaan?
‘Dan bezoeken we vrienden of familie in België en op zondag gaan we naar de Katholieke kerk hier in Abcoude.’ Lousin schenkt een ochtend koffie en thee in Angstelborgh en doet mee aan het multicultidiner eens in het kwartaal. Bassam doet veel boodschappen. Hij weet de juiste adressen voor goede melk, Arabisch brood etc.
Wat deden jullie in Syrië?
Bassam: ‘Ik had een reparatiewerkplaats. Ik repareerde fornuizen, magnetrons, wasmachines. Ik ben een technische man.’
Lousin: ‘Ik was juf op de basisschool van kinderen van 6, 7 jaar. Later ben ik ook gaan koken voor ouderen en arme mensen. Dat was vrijwilligerswerk.’
Wat is jullie droom?
Bassam: ‘Ik wil graag aan het werk. Ik wil heel graag weer apparaten repareren of dieselmotoren of fietsen.’ Lousin: ‘Ik wil heel graag werken in de keuken van een restaurant. Ik houd heel erg van koken. En verder weg in de toekomst zou ik heel graag mijn eigen restaurant willen hebben. Dat is echt mijn droom.’
Willen jullie in Nederland blijven of terug naar Syrië?
‘Wij willen hier blijven. We willen graag ooit, als de oorlog voorbij is, op bezoek bij familie in Syrië, maar ook weer terug naar Nederland. Hier willen we onze toekomst opbouwen. Voor de kinderen; die hebben hier een betere toekomst, maar ook voor onszelf. In Syrië is het veel te onrustig. Abcoude is leuk en de mensen hier zijn lief.’ Als interviewster is dat mooi om te horen maar kan ik ook maar één conclusie trekken. Deze mensen zijn zelf ook heel lief. Ze willen heel graag een mooie toekomst in Nederland hebben.
Tijdens het gesprek komt dochter Joel even helpen met het vertalen want het is toch wel erg vermoeiend om de hele tijd naar Nederlands te luisteren, het te begrijpen en terug te praten.
Verder zat Gideon erbij om ze af en toe even op weg te helpen met een antwoord. Het gesprek vond plaats in woorden en is hierboven weergegeven in hele zinnen.
Voor wie meer wil weten over het werk van vluchtelingenwerk kan kijken op www.vluchtelingenwerk.nl. Op dit ogenblik zijn er voldoende vrijwilligers voor maatschappelijke begeleiding in De Ronde Venen, aan taalcoaches in Mijdrecht en Wilnis is op dit moment echter grote behoefte. Heb je interesse neem dan contact op met de coördinator taalcoaches van Vluchtelingenwerk De Ronde Venen, Cocky Schopman: [email protected].