‘Ach, laat ik dat ook eens gaan doen!’
1 juni 2018HVA-Interview Mathilda Pepping
‘Ach, laat ik dat ook eens gaan doen!’
Dat zijn de woorden die kenmerkend zijn voor de wijze waarop Mathilda Pepping zaken oppakt; opmerkelijk open voor nieuwe dingen en vooral ook bereid om een belangrijke steen bij te dragen. Waar anderen misschien denken: ’dat komt me nu niet zo goed uit, een andere keer misschien’ of ‘daar weet ik eigenlijk te weinig vanaf’, weet Mathilda dingen ‘gewoon’ te omarmen. Dan zal ze het verder wel niet druk hebben, zou je dan kunnen denken. Nou, mooi wel dus: een drukke baan én een dynamisch gezin, met twee hockeyende tieners (Marijn A1, Jelle C1) . Oftewel: een gedroomde kandidate voor ons ‘Op de middenstip’-interview.
Wat zij doet voor onze vereniging? Zij is al jarenlang een
stuwende kracht binnen de commissie die alles regelt voor ons
Zaalhockeyseizoen. Al zou zij haar rol zelf nooit zo stellig omschrijven.
Het spelletje is sneller, je staat
dichter op het veld, …
‘Ons zaalhockey is eigenlijk pas sinds seizoen 2009/2010 écht opgestart,
daarvoor leefde het binnen onze vereniging eigenlijk nog niet zo’, opent
Mathilda voortvarend het interview. ‘In die periode was ik net een jaar
veldteammanager geweest. Toen vervolgens de rol van zaalteammanager langskwam,
dacht ik ‘ach, laat ik ook eens de zaal doen’. Een hele nieuwe wereld ging voor
me open!’ Enthousiast vervolgt ze haar verhaal: ‘Van huis uit was ik niet
direct thuis in hockey, laat staan in zaalhockey. Maar als zaalteammanager ging
ik alle wedstrijden mee. Het spelletje was veel sneller dan op het veld, je
staat er dichter op en … mijn kind scoorde opeens …‘, voegt Mathilda daar
lachend aan toe. ‘Ik vond zaalhockey gewoon echt heel leuk. Dus toen er later
nieuwe commissieleden werden gezocht en Karen Dijkman wat zaken ging overdragen,
ben ik ingestapt. Nu zit ik al ruim 4 seizoenen officieel in de zaalcommissie.’
Zaalhockey is bijna verdubbeld in de afgelopen 7 jaar
Over de ontwikkeling van het zaalhockey in Abcoude en de regio is Mathilde heel
duidelijk: ‘Het zaalhockey heeft sinds 2011 in Abcoude een grote vlucht
genomen. Van 16 teams toen, zijn we dit jaar gegroeid naar 32 teams. Bijna
iedereen van de jeugd zaalhockeyt, beginnend vanaf de 2e jaars E. We
hebben dit jaar ook voor het eerst 2 seniorenteams; we hadden al een herenteam,
maar daar is nu een damesteam bijgekomen. Deze groei zie je overigens in het
hele district Noord Holland.’
Als Abcoude sta je achter in de rij en … ‘er gebeuren dingen’
Ook over de uitdagingen is ze heel helder. ‘Een grote uitdaging voor ons als zaalcommissie
ligt … in de zalen! Als je het goed wilt regelen, dan moet je al in april
beginnen. Om te kunnen trainen, moet je de zalen vooraf huren, al weet je nog
niet eens exact voor hoeveel teams.’ Naarmate Mathilda verder vertelt, wordt
steeds duidelijker dat de wereld van de zaalhuur zich deels in achterkamertjes
afspeelt. ‘Verhuurbedrijven geven voorrang aan verenigingen in hun eigen
plaats. Dat maakt het voor ons al niet eenvoudig. Maar er ‘gebeuren ook
dingen’. Zo zitten de drie grote hockeyverenigingen uit het Amsterdamse bos er
blijkbaar zo bovenop bij de inschrijving voor bijvoorbeeld de Sporthallen Zuid,
dat ze elkaar al de loef afsteken door steeds eerder te reserveren en vooraf te
betalen. Daarmee blijft er natuurlijk helemaal geen ruimte meer over voor
andere clubs. Ook gingen Amsterdamse verenigingen vorig jaar nog in protest
tegen verenigingen buiten Amsterdam - dus ook Abcoude - in verband met een
plekje in de blaashal bij de Zuidas. Gelukkig kunnen we, via een contact bij
AMVJ dat destijds nog gelegd is door Alexia (red.: Sifneos), wel al enkele
winterseizoenen standaard terecht bij Borchland. Daar boffen we dan weer mee!’
Langs de (tijd)lijn
In april/mei begint het lobbyen en het voorsorteren op het
huren van de zaalruimte voor de trainingen dus al. Maar dat blijkt tevens het
beginpunt van een reeks van stappen ter voorbereiding van het zaalseizoen. ‘In
juni volgt al direct de voorinschrijving van de zaalteams bij de bond. Eind
september vindt dan de definitieve inschrijving plaats en wordt gestart met de
poule-indelingen. Medio oktober hebben we dan de voorlopige poules, die na twee
weken definitief moeten zijn, waarna half november de wedstrijdschema’s bekend
worden gemaakt. Dat is overigens best laat als je bedenkt dat alle
trainingsschema’s dan al gemaakt moeten zijn.’ Voor Mathilda is de periode van
september tot en met medio december het drukste, maar eigenlijk lopen haar
uiteenlopende taken bijna het jaar rond. ‘De activiteiten lopen van het huren
van de zalen, het in elkaar puzzelen van het trainingsrooster en het in LISA
invoeren van wat de zaaldiensten moeten doen, tot het bijwonen van
vergaderingen van de hockeybond, inclusief evaluatie in maart.’
Meer balans tussen veld en zaal
Op de vraag wat er nog beter zou kunnen binnen onze
vereniging en het zaalhockey, is haar antwoord even eenduidig als genuanceerd:
‘Er zou best nog net wat meer aandacht en focus uit mogen gaan naar het zaalhockey.
Van oudsher hangt het op meerdere fronten toch een beetje naast het veldhockey.
Dat is wel te begrijpen, maar als je kijkt naar het aantal teams en het feit
dat de meeste kinderen
toch 14 wedstrijden spelen, dan valt daar in de balans nog wel wat te winnen.
Als club hebben we bijvoorbeeld wel al hele mooie stappen gemaakt m.b.t. het kwalitatief
borgen van de zaaltrainingen – o.a. met dank aan Eef (!), maar qua coaches in
de zaal ligt het dan al weer wat moeilijker. Het liefst zou je de verschillende
rollen om een team heen van het veldseizoen laten doorlopen in de zaal. Feit is
echter dat ouders, coaches, etc. het zaalhockey-seizoen toch vaak nog zien als
‘even rust/de zaalmensen nemen het nu over’, wat ook wel weer logisch is
natuurlijk.
De club vaart op ouders die zich willen inzetten
Na deze ongelofelijk intensieve rol ruim vier jaar met veel
inzet en plezier vervuld te hebben voor onze vereniging, heeft Mathilda
besloten er mee te gaan stoppen. Mogelijk gaat ze nog wel even door met de het
organiseren van de jaarlijkse ‘shootout’-kampioenschappen bij ons op de club;
die deed ze er de afgelopen jaren toch ‘gewoon’ al naast. Er komt sowieso dus even
wat meer tijd voor haar drukke baan en gezin. Maar zoals ze aangeeft ‘de club
vaart op ouders die zich willen inzetten’; met een benadering als die van
Mathilde, zou het zomaar kunnen dat ze binnenkort toch nog eens roept ‘Ach, dat
kan ik er nog wel even bij doen!’
Als gebruikelijk in onze ‘Op de middenstip’-reeks, mag de geïnterviewde een volgende kandidaat voordragen voor het volgende interview. Nooit eenvoudig, zo blijkt ook nu, want er poppen natuurlijk al snel legio kandidaten op. Maar de keuze is gevallen op Emelie Schuttevaer, een van de drijvende krachten achter het (arbeidsintensieve!) wedstrijdsecretariaat van onze HVA, nog net voordat zij haar stokje zal gaan overdragen.